Eva, je werkte vroeger in de jeugdhulp en bent nu voorzitter van diezelfde jeugdhulpvoorziening. Hoe kijk jij, vanuit die dubbele ervaring, naar de problemen waarmee het systeem vandaag kampt?

‘Ik zie elke dag hoe gemotiveerde hulpverleners zich in bochten wringen om gezinnen te ondersteunen, en tegelijk botsen op de grenzen van het systeem. Jeugdhulp is vandaag een kluwen van instanties waarin jongeren en ouders nauwelijks hun weg vinden. De druk op de teams is enorm en wie hulp nodig heeft, moet zich vaak door een doolhof van aanmeldingen spartelen. Dat raakt me, want ik heb er zelf gestaan, aan de keukentafel bij gezinnen die het moeilijk hebben.’

Kinderen en jongeren moeten de zorg en de ondersteuning krijgen die ze verdienen

Je spreekt over een ‘radicale omslag’ in de organisatie van de jeugdhulp. Wat bedoel je daar precies mee? 

‘We moeten het systeem omdraaien. Vandaag staat het aanbod centraal. Welke hulp is beschikbaar? Welke organisatie biedt wat aan? Jongeren of de ouders moeten daarin dan hun weg zoeken. Wij willen het omgekeerde: de jongeren en hun familie centraal stellen, en de hulp voor hen organiseren. Minder structuren, meer menselijkheid. Als warme gemeenschapspartij willen we dat kinderen en jongeren de zorg en de ondersteuning krijgen die ze verdienen.’
 

Je stelt voor om met een gezamenlijke ‘backoffice’ per regio te werken. Hoe zou dat concreet een verschil maken? 

‘Het idee is eenvoudig: een aanspreekpunt per regio dat alle begeleiding voor de gezinnen coördineert. Hulpverleners dragen samen verantwoordelijkheid voor alle minderjarigen in hun regio, niet enkel voor wie toevallig bij hen aanklopt. Zo kunnen we niet alleen sneller hulp bieden, maar zorgen we ook voor continuïteit en vermijden we dat jongeren van de ene organisatie naar de andere doorgestuurd worden. Hulp veranker je zoveel mogelijk in de eigen regio, zodat jongeren hun band met school, vrienden en vrije tijd behouden. Alleen voor heel gespecialiseerde zorg blijf je supraregionaal werken.’ 

Minister van Welzijn Caroline Gennez (Vooruit) werkt aan een masterplan jeugdhulp. Wat verwacht jij daarvan? 

‘Dat masterplan zou voor de zomer voorgesteld worden. Helaas wachten we, net als de hele sector, nog altijd vol ongeduld. De noden op het terrein zijn echt groot. Met mijn eigen nota wil ik de minister een duidelijke voorzet geven om nu écht te durven hervormen. We kunnen niet nog eens vijf jaar aanmodderen. We spelen met de toekomst van kinderen die vandaag hulp nodig hebben. De overheid moet duidelijke richtlijnen vaststellen en de middelen voorzien, maar het werkveld moet de ruimte krijgen om het concreet waar te maken. Alleen zo creëren we opnieuw ademruimte in de jeugdhulp.’